Septische artritis

De pijlers van de therapie bij bacteriële artritis worden gevormd door antibiotica, drainage en rust. Continue drainage kan zijn aangewezen bij artritis van heup en schouder. Met name artritis van de heup vergt vaak langdurige therapie.

Indien mogelijk altijd voor start van behandeling materiaal (gewrichtspunctaat, bloedkweek) afnemen voor Gram‑preparaat en kweek. Parenterale therapie zal vaak na 5–7 dagen (afhankelijk van kliniek en CRP) en na bekend worden van de kweekuitslagen omgezet worden in een oraal alternatief.

Verwekker onbekend

< 1 jaaramoxicilline/clavulaanzuuri.v.gedurende 4 weken
+tobramycinei.v.*gedurende 5 dagen
> 1 jaarflucloxacillinei.v.gedurende 4 weken
+ eventueeltobramycinei.v.*gedurende eerste 5 dagen
postoperatiefflucloxacillinei.v.-
+tobramycinei.v.*-

Verwekker bekend

Staphylococcus aureus

bij bewezen gevoeligheid:

1e keuzeflucloxacillinei.v.gedurende 3 weken

Streptokokken

bij bewezen gevoeligheid:

1e keuzebenzylpenicillinei.v.gedurende 3 weken


* vervolgdosis altijd in overleg met ziekenhuisapotheker op basis van spiegels